Wat heeft het gekost?

Onderwijshuisvesting

In 2022 zijn er minder herstelwerkzaamheden geweest op het gebied van vandalisme, zoals kapotte ruiten of verwijderen van graffiti. Dat levert een voordeel op van ongeveer € 32.000.

In de tweede bestuursrapportage 2022 zijn de budgetten voor de verzekeringspremies verhoogd, omdat er aangekondigd was dat de premies fors zouden gaan stijgen. Het betreft hier vooral de premies voor o.a. natuur, brand en waterschade. Aan het einde van het jaar is gebleken dat de stijging minder fors is geweest dan in eerste instantie gedacht. Voor 2023 is er in de begroting al rekening gehouden met een stijging. Voor 2022 levert dit echter nog een voordeel op van ongeveer 11.000 euro.

De gemeente zorgt voor het tuinonderhoud bij diverse scholen. De schoolbesturen betalen daarvoor een kleine vergoeding aan de gemeente. Deze bijdrage zorgt voor een voordeel.

Onderwijsbeleid

Door de verandering van aanbieder van het leerlingen- en jeugdhulpvervoer en de splitsing van het totaal budget in deze twee categorieën is er een verschil ontstaan. Het nadeel op dit programma zorgt voor een voordeel in programma 6 - Sociaal Domein. Daar is namelijk het budget van het jeugdhulpvervoer geraamd. De inschatting van de verdeling tussen deze budgetten is echter niet juist geweest waardoor er nu in beide programma's een verschil is ontstaan. Per saldo is dit echter budgetneutraal.

Stichting Un1ek heeft met terugwerkende kracht nog een beroep gedaan op compensatie voor gemaakte kosten tijdens de coronaperiode. Deze uitgave was in 2022 niet geraamd, maar kan worden gedekt door een extra onttrekking uit het coronanoodfonds. Deze onttrekking is echter zichtbaar in een ander programma. Per saldo is dit dus geen nadeel.

Vanuit het coalitieakkoord is in de begroting een standaard bedrag opgenomen voor de stimulering van het lokale onderwijs en het bijbehorende beleid. In 2022 hebben we echter dusdanig veel Rijksmiddelen ontvangen dat het grootste deel van de activiteiten en het beleid uit deze centrale middelen gefinancierd kon worden. Daardoor hebben we op onze 'eigen' budgetten een voordeel.

Onderwijsachterstandenbeleid

De middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid worden per jaar uitgekeerd, maar de uiteindelijke afrekening met het ministerie gebeurt op basis van de uitgaven over een periode van vier jaar. De voorlopige toekenning per jaar loopt daardoor soms niet helemaal parallel met de uitgaven per jaar. In 2022 zorgt dat voor een nadeel, maar het saldo van deze middelen op de balans is ruim genoeg om dit nadeel te dekken.

Regionaal Bureau Leerplicht

Het regionale bureau Leerrecht wordt gefinancierd door de Rijksoverheid en de gemeenten Vlaardingen, Schiedam en Maassluis. Op basis van de realisatie worden lasten met behulp van een verdeelsleutel doorbelast aan de drie gemeenten. Dit jaar is er een voordelig resultaat, waardoor de bijdrage van Maassluis 21.000 euro lager is uitgevallen. Dit komt voornamelijk door lagere kosten in de backoffice. Dit betreft onder andere minder personeelskosten, besparingen op papier en drukwerk en een meevaller in de licentie kosten van de ICT. Daarnaast is er vanuit de Rijksmiddelen een meevaller geweest van ruim 12.000 euro waardoor er een minder hoge gemeentelijke bijdrage nodig is geweest.

Peuterspeelzalen

De inzet van het budget voor Sociaal Medische Indicatie (SMI) is reactief op de casussen die zich gedurende een jaar aandienen. De beoordeling of de inzet van het SMI-budget op casusniveau nodig is, valt sinds de vaststelling van de nieuwe beleidsregels (per 7-6-2022) onder regie en verantwoording van het wijkteam. SMI wordt ingezet als onderdeel/instrument binnen een behandelplan van ouder(s) /gezin. In 2022 was dit minder nodig.